30.5.10

De Theosofische Vereniging


(uit het blad: Theosofia -juni 2002-)

Vrijheid van denken:

Blz. 115. De Vrijheid van Denken wordt vaak één van de twee pijlers genoemd waarop de T.S. berust, waarbij de tweede pijler Broederschap is. Deze twee pijlers lijken misschien elk een tegengestelde kant op te wijzen, maar zij zijn in feite complementair, zoals het Chinese Yin en Yang.

(….)

Blz. 116. Sommige leden kunnen zich door hun eigen persoonlijke meningen laten leiden of door die welke hen aanspreken, vaak vergaard uit leringen die door andere verenigingen gepropageerd worden en die soms oorspronkelijk ten dele gebaseerd zijn op theosofische leringen. Zulke leden kunnen allerlei richtingen uitgaan en daarbij hardnekkig volhouden dat ze ‘theosofie’ bestuderen.

(….)

Er is zelfs een gevaar dat de Theosophical Society plaatselijk door zulke bewegingen en hun vertegenwoordigers kan worden ‘geknidnapt’, zoals inderdaad in verscheiden loges en landelijke afdelingen is gebeurd.

Het was misschien juist met het oog op zulke gevaren dat de General Council van de Theosophical Society nog een Resolutie aannam, getiteld Vrijheid van de Vereniging. Het is de moeite waard deze hier in haar geheel te citeren, daar zij vaak vergeten wordt:

“De T.S., hoewel zij samenwerkt met alle andere organisaties wier doelstellingen en activiteiten zulk een samenwerking mogelijk maken, is en moet blijven een organisatie die geheel onafhankelijk daarvan is, aan geen andere doelstellingen toegewijd dan haar eigen, en gericht op het ontwikkelen van haar eigen werk in de ruimste en meest omvattende zin, om in de richting te gaan van haar eigen doel dat geformuleerd is in haar doelstellingen. Zij houdt zich bezig met die doelstellingen en met die Goddelijke Wijsheid die in abstracto impliciet aanwezig is in de naam The Theosophical Society".

Aangezien Universele Broederschap en de Wijsheid ongedefinieerd en onbegrensd zijn en aangezien er een volledige vrijheid van denken en handelen, bestaat voor ieder afzonderlijk lid van de Society, streeft de Society ernaar steeds haar eigen kenmerkende en unieke karakter te handhaven door vrij te blijven van banden of vereenzelviging met enige andere organisatie”.

Wij vinden hierin niet alleen waarschuwingen maar ook wat aanwijzingen van praktische aard: de Society moet ‘gericht zijn op het ontwikkelen van haar eigen werk en in de richting gaan van haar eigen doel’.

Wat is dat werk en wat is dat doel?

Er wordt verwezen naar de Doeleinden van de Society en naar de ‘Goddelijke Wijsheid’ – Theosofie – waarbij de laatstgenoemde echter ‘ongedefinieerd en onbegrensd’ is. Dit betekent niet dat zomaar ‘alles Theosofie is (hoewel voor ons Theosofie alles kan zijn!), maar het weerhoudt iemand er misschien van te zeggen dat ‘Theosofie is wat ik zeg dat is !’

Om Mevrouw H.P. Blavatsky te citeren:
‘De T.S. werd gevormd als een hulp om de mensen te doen zien dat er zoiets als Theosofie bestaat en hun te helpen waarheden te bestuderen en op te nemen’.
(De Sleutel tot de Theosofie, blz. 53).
----------

Geen opmerkingen:

Translate